donderdag 27 februari 2014

Epiloog, video-impressie en enkele cijfers


Epiloog
Video-impressie klik hier; http://www.youtube.com/watch?v=JKELa_BOOEo
Enkele cijfers



'Waarom ga je in godsnaam bijna 4 weken op een 10 meter jacht zitten met 5 man', werd aan mij gevraagd.

Het antwoord waarom ik de tocht ben gaan maken staat al in het blog. Dus dat is simpel erna verwijzen. Toch moest ik nadenken over deze vraag. Ik had immers ook een bergtocht kunnen maken als een 'ode aan' en 'verwerking van' Een mogelijkheid was ook om naar een psych te lopen om mijn relaas op een bank te spuien.

Er speelden voor mij twee doorslaggevende zaken waarom ik die keus zo midden in de winter heb gemaakt na het eerder genoemde;
Ik ben zelf een zeiler en in het bezit van een houten zeiljacht. Weet daarom dat afstanden veel meer relatief worden. De te bezeilen afstanden in de Carieb zijn niet heel groot. Landen als USA, Cuba, Mexico, Belize en Guatemala zijn binnen een redelijke termijn allemaal aan te lopen.
Vergelijk het maar met een oversteek naar Engeland. Ongeveer tussen de 24 en 30 uur. Daarnaast kun je kusthoppend van plek naar plek trekken. Dit waren dagtochten van maximaal 8 of 9 uur.

Ten tweede, de ervaring van zeezeiler Mark Wessels bleek van ongekende waarde te zijn. Hij is in het bezit van een oude bijna bejaarde Jeanneau waar alles naar behoren werkt. Natuurlijk gingen er zaken kapot, waren er accu's oud of iets van dergelijke strekking. Alleen deze jongen laat zien dat zeewaardigheid echt helemaal in jezelf zit. Oplossingsgericht en vrolijk gemotiveerd blijven is zijn insteek. Mark laat ook zien dat je met beperkte ingrediënten heel goed selfsupporting met koken kan zijn
Bijvoorbeeld; In heel Cuba waren in een winkel bijna geen brood of andere ingrediënten te krijgen. Behalve dan soms in een staatsrestaurant. Hij bakte en kookte altijd gewoon zelf. Geen aanmaakpakjes van Koopmans ofzo, nee gewoon eigen deeg maken van gist, zout en meel. Je moet dit natuurlijk wel leuk willen vinden. Zeker als een jacht op een Swell van 3 meter hoge golven voor de wind loopt te rollen. Gelukkig gebeurd dat geschommel niet elke dag.
Verder aten we veel rijst, pasta, eieren, tomaten en vis van locale vissers.
Het echte belangrijke basiseten kochten we in de States op Key West.

We zijn vanaf een jachthaven ergens vlakbij Moore Haven, hartje Florida naar de oostkant van de States gevaren. Zeg maar via Fort Myers  (ongeveer 80 km) Daarna ging het naar Key West.

De afstand tussen Havana en Key West in Florida bedraagt ongeveer 100 zeemijlen (161 kilometer). De wateren gelden als gevaarlijk: haaien, kwallen en sterke stromingen maken een oversteek voor een zwemmer zeer riskant. Ik zeg dit omdat menig zwemmer geprobeerd heeft hier een record te verbreken en vaak niet zonder gevolgen. Voor een zeiljacht is dit wel makkelijk te doen. Desondanks de factor stroming kun je in 18 uur Havana bereiken. Haaien bijten niet in plastic. Ziehier gelijk het probleem op alle oceanen. De grote hoeveelheden bijna niet verteerbaar plastic wat er al jaren ronddrijft. Op plekken waar grote golfstromen samen komen is dit een enorm probleem geworden.

Vanaf Cuba/Cabo San Antonio naar Island Mujeres in Mexico is de afstand ongeveer 111 zeemijlen. Laten we zeggen ongeveer 190 kilometer. Hier ook veel tegenstroming. We vertrokken om 13.00 in de middag en kwamen de volgende dag rond 14.30 in Mexico aan.

Buiten het orkaanseizoen juni-november is de wind redelijk stabiel. Dit betekent wel dat het er soms hard kan waaien. Gemiddeld hebben wij zo'n windkracht 4 tot 5 gehad.
Ongeveer 20 tot 25 knopen.
De plekken waar we uiteindelijk zijn geweest zie je op het kaartje beneden. Zigzag is zonder mij nog een stukje verder gevaren naar Belize en Guatemala.
Een impressie op video zie je hier online:
http://www.youtube.com/watch?v=JKELa_BOOEo

Voor M en haar kids, dochter Bente en de anderen waarvoor ik ben gaan zeilen;
Everything Trying-Damien Jurado

D                                            Em7
I'd call you now to tell you I'm thinking of you
        D                                                Em7
But it does me no good when the phone is just blocking my view
    Bm       D          Em7     G
And I would sail back to you
    Bm       D          Em7     G
And I would sail back to you


D   Em7  (x2)

    D                                              Em7
And I would come back and admit that it wasn't your fault
      D                                              Em7
But I'm tired and unwilling to be the only one who was wrong
    Bm        D           Em7    G
And I would sail back to you
    Bm        D           Em7    G
And I would sail back to you
    Bm        D           Em7    G
And I would sail back to you

   D     Em7    G    G  (x2)

  D             Em7               G     G
I'll be sailing on your deep blue eyes...   (repeat til end)

  D             Em7               G     G

zondag 23 februari 2014

Mujeres, Cancun en gitaarpolitie


Island Mujeres
Cancun
Gitaarpolitie
Ruben zoek
Hooters








Na de afzondering van de afgelopen dagen zijn we weer onder de mensen. Island Mujeres laat zien dat je hier komt om zoveel mogelijk te spenderen danwel te consumeren.
We hebben nog geen minuut een lijntje om een paal vastgelegd of er word ons
direct duidelijk gemaakt in welk kantoor we kunnen afrekenen. Welkom in Mexico.
Op de haven zit permanent een agent gestationeerd die alle formulieren plus douane zaken regelt. Uiteraard voor een behoorlijk niet te versmaden bedrag waar een gemiddeld gezin op dit eiland twee weken royaal van kan eten.
Het toerisme toont hier een geheel andere zijde. Het is een melkkoe van de Mexicanen geworden.
Aan onze steiger ligt een hele batterij wit visplastic. Enorme jachten uitgerust met hengels, hengels en nog eens hengels. Een diversiteit aan exemplaren om te gebruiken voor zo'n beetje elke vissoort die de Mexicaanse zee te bieden heeft. Alles word permanent brandend schoon gehouden door bootpersoneel. De Mexicaan heeft zich geheel in dienst gesteld van de betalende Amerikaan. Ze komen hier en masse naar toe om te vissen. De vrouwen shoppen, hun mannen varen uit. Wat de kinderen doen is mij even niet bekend. Mexico is zo'n beetje de achtertuin van de USA. Het is er goedkoop. De regio van   Cancun ligt voor hun bijna om de hoek. Tel hier bovenop een geheel jaar zon met bijna blinkend witte stranden. Je vind hier vooral veel toeristen afkomstig uit de provinciale delen van de USA. Grote dikke meneren met kleurige Hawaii shirts, die hun huwelijksreis herbeleven met hun evenzo behoorlijk geproportioneerde echtgenotes, scheuren hier in golfkarretjes rond. Catamarans volgepropt met roodbruin halfnaakt gebakken toeristenvlees lopen hier elke 10 minuten het haventje binnen. Dit alles onder leiding van een over-enthousiaste tourleider die onder begeleiding van een pompende housebeat vooral de vrouwelijke clientèle probeert op te geilen.

Cruiseschepen tenderen hier elke dag hun klanten naar het eiland. Je herkent ze door hun diversiteit aan kleurige polsbandjes.
Op elke hoek worden we aangesproken om iets te kopen. Alles is volgepropt met de meest uiteenlopende prullaria die je maar kan bedenken.
Er zijn wel wat winkeltjes die zich angstvallig proberen te onderscheiden. Echter zoals de meeste toeristenplekken betaamd is het grootste deel eenheidsworst.
Het eiland is maar 7 km lang en hooguit een paar honderd meter breed. Vooral de noordkant bied nog een echte authenticiteit. Vervallen huizen langs een half opgebroken boulevard laten een verlept uitgemolken karakter zien. Juist deze ingrediënten tonen een ander uitdagend smoelwerk. De natuur grijpt hier terug. Hier vind je een onvoorspelbare mooie woeste grillige kant. Als een soort van decor word mijn view versterkt door een hemelsblauwe zee waar de golven van de Swell met grote brede witte snorren het land bereiken. Desolaat maar juist daardoor lonkend. Hier zitten de locals, eilanders die voornamelijk leven van het toerisme en visserij. De 'backstage' van de Mujeres toont een stukje van het echte Mexico. Op de punt van het eiland bevind zich een heilige plek van de Maja's.

De Carieb is een wonderlijk gebied. Door het koloniale verleden van de landen is er een enorme diversiteit aan culturen ontstaan binnen een relatief gezien niet zo'n hele grote regio.
Cuba, op 24 uur zeilafstand, staat totaal haaks op wat Mexico te bieden heeft.
Hier heerst de wet van het geld verdienen. Daar verdien je geld voor de staat.
De onverschilligheid daar is hier omgezet in de angst voor een baan verliezen. Men zuigt zich letterlijk vast aan de toerist.

Mexicanen behalve dan de immigranten in Texas zijn in mijn ogen volstrekt amuzikaal.
Overal waar we zitten worden we ongewild verrast door mannen op gitaren die echt niet maar dan helaas ook echt niet kunnen spelen. Erger nog, men denkt juist wel te kunnen spelen. Twee bluesgitaristen onder begeleiding van een ritmebox proberen een versie van 'Sweet home Alabama' eruit te persen. Afgezien van het gegeven dat het tweetal er hoogstwaarschijnlijk nooit geweest is krijg je het gevoel in een slechte auditie voor de plaatselijke muziekschool rond te lopen. Men hakt en pompt de Blues precies de verkeerde kant op. Blueshoempa uit de laagste regionen.  Achteruit swingen noemt men  dit in muzikantenkringen.
Twee andere Mexicaanse gitaristen proberen angstvallig een stukje eigen cultuur in de toeristische consument te blazen. Ze rennen regelmatig voorbij gekleed in uniforme witte overhemden. Hun gitaren als mitrailleurs in de aanslag. De gitaarpolitie vertoond zich juist op plekken waar ze pertinent niet is gewild. Door te volharden in hun muzikaal zij het goedbedoelde strijd zwicht uiteindelijk de toerist door ze af te kopen met wat peso's of dollars.
De provinciale Amerikaan vind het prachtig. Ze zijn zo beneveld door de drank dat ze het verschil niet meer horen.

Op culinair gebied laat men zich van een andere kant zien. In tegenstelling tot de Cubaanse staatsrestaurants waar de eerder beschreven onverschilligheid letterlijk in de gebakken vis te proeven is doet men hier z'n uiterste best om onze magen te strelen. De Taco's zijn van een ongeëvenaarde kwaliteit. De Burritos zijn buitengewoon lekker. Overal zijn verse vissoorten bijna direct uit zee verkrijgbaar.
Als we uit eten gaan is de bediening zo vlug met het wegnemen van je bord dat je niet eens het gevoel krijgt of je wel überhaupt iets gegeten hebt.

In de vroege ochtend word ik om 5 uur gewekt door het gewauwel van de Amerikaanse mannen in hun visoutfit. Het geluid van de brulmotoren van het 'visraceplastic' gehuurd van hun Mexicaanse knechten doen mij tegen het dakluik van mijn bed aan resoneren.
Na de absolute stilte van de tropische stranden krijg ik nu een ongevraagde gemotoriseerde visarmada uit de USA voor mijn kiezen. Hoe is het mogelijk dat deze mensen zo dronken kunnen worden om vervolgens nog voor zonsopgang met kater en een hengel in de aanslag te willen staan. Vissen en zuipen doet men sinds mensenheugenis in ons eigen Den Oever ook al. Ziehier een overeenkomst.

Vandaag zeilen we naar de overkant. De stad Cancun is het Miami van Midden-Amerika. Hier geld ook groot, groter, grootst. Je zou bijna gaan geloven dat heel Mexico een welvarend land is. De economie is er zeker gegroeid. Niet iedereen is hierin mee gegaan.
In deze regio is ze echter verbannen naar verre buitenwijken.

De Marina ligt op een half uurtje varen vanaf het eiland. Ruben is al kitend ons voor gegaan. We zien zijn vlieger niet meer. Hij zou met de straffe wind met golven die in de juiste richting meelopen daar allang moeten zijn aangeland. Vooral Harmke maakt zich behoorlijk veel zorgen. Ze scant voortdurend de baai af op zoek naar de kite. Tussen Island Mujeros en het vasteland van Cancun staat nog een behoorlijke stroming. Met het zwemmen merkte ik al dat je behoorlijk moet knokken om er tegenin te komen. We zijn al bezig met de opzet van de eerste zoekscenario's als Ruben nietsvermoedend met zijn uitrusting over zijn rug geslagen de kade op komt gewandeld. Harmke vliegt hem om de hals.

De jachthaven van Cancun is een grote nieuwbouw blokkendoos van beton. Midden in de dampende hitte ligt La Amada op zo'n 20 minuten rijden vanaf het centrum van de stad. Overal zie je hier bewakers die zeer nauwlettend in de gaten houden dat ongewenste elementen die al lang geleden geëlimineerd waren niet meer terug komen. Een aantal van deze heeft zich vast gereorganiseerd danwel gehergroepeerd. Een paar kopstukken moeten wel enkele van die enorme jachten bezitten die in dezelfde haven bewaakt worden. Ik insinueer, iets wat ik net als een hoop mensen graag doe.
We weten allemaal dat de grijze onderwereld vaak belegd in vastgoed en drijvend witte racetorens. Dat zal ook hier wel zeker ten dele het geval zijn.

Naast en om de haven ligt een enorm groot ressort. Opmerkelijk is dat er nagenoeg geen mensen zijn. Wel een overmacht aan bewakers.
Mark maakt een scherpe deal met een taxichauffeur. Hij zet ons af bij een nieuwbouwcentrum van kantoren en winkelcomplexen. Het bied allemaal dezelfde  uitstraling als wat ik in Florida heb gezien. Jumbo vestigingen van alle wereldmerken zijn hier op een kluit grond bij elkaar 'geharkt'. Authenticiteit zie je alleen nog binnen in de winkels. Zij het in retrovorm.
Het doet ons uit pure baldadigheid in een Mexicaanse vestiging van Hooters belanden.
Hele kleine meiden met beduidend onwerkelijk opgepompte 'voorgevels',  geheel strak sexy gekleed in 'American Football Style', smeren je een soort van lichtgevende bijna fluoriserende mierzoete cocktail aan. Hilariteit bij ons als Harmke besluit om een dergelijke outfit aan te schaffen. Een veel te nauw oranje broekje en strak shirtje doen haar transformeren in een iets te groot uitgevallen 'Dutch Hooters babe'. Na veel gelach en melige foto bijkomstigheden belanden we in een te gekke Sushi setting. Vis van de Amerikanen?
Het word voorlopig even mijn laatste blik op de Carieb.


woensdag 19 februari 2014

Cayos de San Felipe, Harry de onfortuinlijke Barracuda

Cayos de San Felipe
Harry de onfortuinlijke Barracuda





Terwijl ik het blog aan het schrijven ben hoor ik een luide plons. Ruben springt overboord. Hij is niet meer te stuiten. Vastberaden gaat hij hier de onderwaterwereld verkennen terwijl wij doorvaren naar Cayos de San Felipe.
Dit eiland vormt onderdeel van een groot natuurgebied. Het bestaat uit hele witte stranden met aangrenzende moerasgebieden. Het water is er glashelder. Pelikanen, leguanen en andere exotische soorten vormen de vaste bewoners hier. Het park is een van de paradepaardjes van Cuba. Het toont het gezicht van pure ongereptheid.

'Ik zweer het je zo'n Barracuda!' klinkt het vanuit het water terwijl net het anker uitstaat. Twee oranje zwemvliezen steken uit het water. Gevolgd door twee bruine harige benen.
Op de zwemtrap klimmend, 'Het kreng was echt bijna anderhalve meter lang daarnet. Gewoon een monster. Heb je die tanden weleens gezien van zo'n bakvis'
Ruben gooit z'n snorkel in de kuip.
'Blub zwom bijna de hele weg mee. Bleef wel op 2 meter. Die ogen man. Die waren toch wel....Had echt geen zin dat hij mij in mijn zwemvliezen beet.'
'Je hebt tweeënhalve km gezwommen', zegt Mark lachend.
'Ik zweer het je, wat een monster. Bleef maar loeren naar me. Is gewoon drie dagen vretuh. Hij heet Blub Vincent. Schrijf je dat even op? Ik noem hem zo. Hoor je dat? '
Zijn avontuur verwoord met zijn Haagsch rollende r doet mij zwichten om het relaas op te tekenen. Zo'n boom van een anders zo'n zelfverzekerde vent die zijn angst een klein beetje laat zien.
Dan moet er echt wel wat geweest zijn.

We krijgen een emmertje vis van een paar passerende mannetjes in een roeiboot. Het moerasgebied van San Felipe blijkt in de avond een keerzijde te hebben.
We vluchten letterlijk voor de muggen en ander bloedzuigend vampier 'tuig'. De natuur is hier fel. Ze toont haar ondoorgrondelijke ruigheid. De muggen zitten overal. Zonder een speciaal pak begin je hier niets. Sowieso gaan we terug naar San Antonio. Om naar Mexico te mogen zeilen moeten we daar uitklaren.

'Jaaaa beet!'
'Trek hem naar binnen.'
'Voorzichtig....langzaam lijn inhalen.'
Jeroen 1 en Ruben trekken aan de nylon draad. De hengel zelf vasthouden is geen optie meer.
Harry laat zich echter niet vermurwen. Wild spartelend hangt de trots van de Cubaanse wateren aan de haak.
'Stelletje rare witte klote reuzen!',zie je hem roepen.
Harry heeft helemaal geen zin om aan boord te komen. Zijn scherpe zaagtanden bijten zich een weg terug naar zee.
'Mooi Jeroen!',Ik pak de lierhendel wel even.' Mark buigt zich voorover in de kuip van de boot.
Tachtig centimeter lang is Harry. De jonge Barracuda maakt kronkelende bewegingen met zijn slangachtige achterlijf.
'Klojo's gooi me terug!',roept hij woest.
Baf! Met een ferme klap slaat Mark op de kop van Harry.
Een snerpende pijn in zijn hersenpan doet Harry werkelijk nog kwader worden.
Het dier maakt spastische bewegingen. Zijn bek staat wijd open en hapt. De ogen puilen uit.
'Mark je moet dat beest niet aaien!', roept Ruben, hij grist de lierhendel uit de handen van Mark
Baf! Baf! Baf! De drie keiharde tikken van Ruben doen de kop van Harry werkelijk helemaal plat gaan.
Het word donker bij de vis. Harry verslapt. Zijn kracht trekt uit zijn lijf. De eens zo trotse Barracuda is klaar voor onze hongerige magen.

Terug in La Gorda kijkt de douanier ons streng aan.
'Weten we wel dat het verboden is om zomaar zonder toestemming te vissen? '
'Bovendien kun je Barracuda's niet eten in deze wateren',vervolgd hij 'Ze voeden zich met giftig plankton. Dat gif nestelt zich in de vis.'
Het blijft bij een berisping. De onfortuinlijke Harry pakt ons terug.

We zitten midden op de Golf van Mexico. Rollend deinen we voor de wind. Alhoewel er is geen wind. De motor staat bij. De lange golven van de Swell ontmoeten elkaar hier vanuit verschillende richtingen. Het maakt het even lastig toeven hier aan boord. Zigzag is een soort van tijdelijke wasmachine .
Cancun ligt zeker nog zo'n 120 zeemijlen weg. Ik denk na over de dingen die nog komen gaan. Zo af en toe film ik hier het leven aan boord. Tijdens de oversteek komt iedereen in een soort van rush.
Slapen, lezen, eten, slapen in willekeurige volgorde word het ons aangereikt.
Ik denk ook na over het gegeven hoe mijn verlies een plek te geven. Het gaat mij momenteel goed af merk ik.
'I'll be sailing on your deep blue eyes', klinkt het door de 'oortjes' van mijn iPad. Het is een lijflied geworden.

De Swell loopt inmiddels op tot soms ruim 3 meter. De golven worden steiler en hoger. Grote koppen spatten rond ons uiteen. Intussen is het gaan waaien. Naarmate wij Mexico naderen ondervinden we steeds meer tegenstroom. We surfen letterlijk van de golven af. Op de snelheidsmeter klokken we soms wel 12 knopen. Toch is ons tempo ten op zichte van het land beduidend afgenomen. De stroom doet ons in werkelijkheid  maar 4 knopen lopen.
Het jacht duikt met zijn kop in een diep dal. Enkele seconden later worden we weer opgetild. De cyclus herhaalt zich talloze malen. Ondanks de snelheid op het land varen we hard. Heel hard. Hele scholen vliegende vissen komen we tegen. Ze scheren als pijlen over het water langs de boot. Aangekomen bij Isla Mujeres vlakbij Cancun worden we getrakteerd op een troep dolfijnen. Geweldig zeilen dit.

zaterdag 15 februari 2014

La Gorda, Lagune, Vissersdorp, Jammen, Overtreding

Cabo Corrientes La Gorda
Jammen met muzikanten klik hier http://www.youtube.com/watch?v=LJUjY57RVK0
Gemijmer met 11 dolfijnen
Vissersdorp
Lagune nabij Sabado
Agenten, douane en Lada politieauto's









Ik stuur, ik tuur op het kompas. Ik stuur bij. Mark roept een koers af. Ik corrigeer. De boeg van Zigzag duikt in een groot diep golfdal. Bruisend wit water spat over ons heen. Dan worden we scherp opgetild. Om gelijk daarna weer met een klap naar beneden te vallen. Sturen van een jacht op hoge golven gepaard gaande met harde wind vergt anticiperen. We hakken flink schuin tegen de wind in. Op deze aandewindse koers is het lastig binnen zitten. Iedereen is buiten. We hebben ons allemaal aan de hoge kant in het gangboord genesteld.
Lucht, water, lucht water....lucht. Alles lijkt een herhaling van zetten maar is het niet. Ik tel de golven. Lang, lang, lang, kort....Dan een breker. Overal is de groove. Dit is de groove van het waterrijke Cuba.
De zee funkt en rockt. Ze laat haar natte spierballen onder het jacht door rollen.

Gevoel van tijd bestaat niet op het water. Dit zijn zeildagen waarbij aankomst niet meer telt. Er is geen weggaan. Het is alleen maar het 'nu' wat ons bereikt. Daar heb je geen boekjes van Tolle voor nodig. De Caribische zee wint het met grote overmacht van dit soort schrijvers. Ze schrijft haar eigen verhaal.

We lopen het Cabo Corrientes aan. De zee kleurt azuurblauw. Een geheel andere nuancering in tinten dan toen we in het Noorden voeren valt ons ten deel.
Het strand van La Gorda voldoet geheel aan de tropische vakantiefoto's in een Neckermann folder. Ik krijg de neiging om een hap witte cocos uit een reep chocola te nemen. Pirates of the Caribbean vermengd met het Bounty gevoel. Woeha!  Ik knijp even in mijn arm. Het is allemaal echt en heeft geen afgekaderde beeldbuislijnen. Voor mijn snufferd de Carieb, en wel volop in real 3d.

Terwijl de ankerketting ratelt begint er vanaf een terras een Son orkestje te spelen. We zitten weer even onder de toeristen.
De bijzonder vriendelijke douanier stelt hier in gebrekkig Engels zijn  vragen.
'Whazz do name of the Boat? '
'How mennie peeple are on boord?'
'Wat kind of moto' have you?'
'Do you heff plastiek Boat?'
'Stay here? Ho'w manny days?'

Op het terras zie ik een overjarige meneer met zijn lover. Het meisje is duidelijk nog geen zeventien. Ik voel een lichte vorm van woede in mij opkomen. Dit soort keerzijden van het toerisme kwetst mij.
Ook hier zijn de boten, strand, terras allemaal in handen van de staat. Het mag dan niet verwonderlijk zijn dat sommige Cubanen op eigen wijze er vooral stiekum iets proberen bij te verdienen.

De volgende ochtend bemerk ik dat tijdens het zwemmen de wereld van Jacques Cousteau en Lord Attenborough nu ook binnen mijn bereik ligt.  Zeeduivels en andere ondefinieerbare zeemonstertjes  krioelen over de zeebodem.
Overal wemelt het van het onderwaterleven. Het is een groot fascinerend zeeaquarium. Alleen wel zonder glas en kassa voor de deur.
Na mijn eerste Caribische onderwaterescapade raak ik in gesprek met twee muzikanten. Ik biets een hoge E snaar. Al snel word  ik door hun gevraagd met ze te jammen. Wat spelen die gasten strak! Je kan er een metronoom op gelijk zetten. De begeleiders op basgitaar en tres doen mijn tong bijna tot over mijn knieën hangen van concentratie. Ik leer te improviseren op de Son, Mambo en Cha Cha.
De mannetjes hebben er zichtbaar plezier in om met zo'n hoempapa jazzindiaan met zijn rammelgitaar samen te spelen. Ze nodigen mij uit om in de avond met het gehele orkestje op te treden.

Tijdens het avondeten word overlegd over de route. We besluiten om niet te ver de zuidkust van Cuba aan te doen. Zigzag moet uiteindelijk wel in Guatemala terecht komen. De afstand naar de oostkust van Midden Amerika word anders wel erg ver om te bezeilen.
We kiezen ervoor om later ergens de aankomende dagen naar Mexico te varen. Cancun is vanaf deze regio zo'n 125 zeemijlen. Dat is binnen een flinke dagtocht te doen.

De nachtelijke hemel word aan de horizon verlicht door naderende bliksemschichten. Mark kondigt aan om heel vroeg verder te willen gaan.
Terwijl ik met het orkestje jam zie ik vanuit mijn ooghoeken de branding op het strand toenemen. Slecht weer op komst of niet? Het lijkt erop.

Een straal water gutst in mijn gezicht. Opeens een klap. Ik word vanuit mijn bed bijna tegen het plafond van mijn kooi aangekwakt. Dan een nieuwe klap. Kledder... weer een straal. Huh ... We liggen toch nog steeds voor anker?
Het jacht schommelt en trekt aan de ankerlijn. De wind is toegenomen. De regen slaat tegen het kajuitdak die zo lek is als een vergiet. Mijn bed word besprenkeld met water. Ik gooi er een handdoek overheen.
Ankeren in rustig water is heerlijk. Alleen als de wind draait en opeens van open zee komt dan kan het bijzonder onaangenaam worden.
Ik hoor dat de motor gestart word. De steile oncomfortabele golfslag jaagt ons weg.

Gebroken word ik wakker. Alles is hier werkelijk zeiknat. Ik probeer nog te slapen. Bemerk dat het geen zin meer heeft. Jeroen B ligt lui languit in de kuip naast de stuurautomaat. Hij heeft de wacht. De rest slaapt. Schijnbaar is mij dit keer een wacht bespaard gebleven. We koersen een stukje zuidwaarts op een hele kalme zee.
Opeens roept hij 'dolfijnen!'
Er duikt een hele groep op voor de boeg. Ik tel maar liefst elf tuimelaars. Vrolijk duiken ze over elkaar heen. Het voelt dat ze mij iets willen duidelijk maken. Ze blijven een kwartier plakken. Ik raak zichtbaar ontroerd. Het is een bevestiging dat deze dieren je werkelijk iets meegeven.

We naderen de lagune van Sabado. Het anker plonst het water in. Met de bijboot tenderen we eerst een riviermonding op. We willen heel graag naar een dorpje varen waar primaire zaken als eieren en groente te koop zijn.
De mangrove en andere struiken vormen een zeer dichte begroeiing langs de oevers  Witte dikke lage bomen met lianen hangen in het water. De zinderende hitte en het brakke water bieden hier alleen voor lage gewassen ruimte.
De rivier slingert verder het land in. Twee passerende vissers in een roeibootje vertellen dat er verderop geen dorp is.
Een van hun nodigt ons uit om vis te komen eten.
We volgen hem naar iets wat op een dorpje lijkt. Kleine houten kleurige huisjes staan hier langs een zanderige weg. Overal loslopende kippen, Bij sommige huisjes staat een varken op het erf. Een paard met wagen passeert ons met een flinke vaart. Hier lopen is een ferme stap terug in de tijd.
Op een veldje staan kinderen baseball te spelen. Het is hier volkssport nummer 1. Men gaat zo op in het spel dat ze ons niet zien staan.
De vrouw van de visser ontvangt ons hartelijk. Echter dringt de tijd ons een beetje om gewoon boodschappen te doen. We nemen de vismaaltijd even voor lief.

Verder op een groot wit strand is een compleet vakantieverblijf gebouwd.  Er staan allerlei huisjes met rieten parasollen in het zand. Voor de slagboom bij de entree zit een bewaker. Een groot restaurant met keurig gedekte tafels en vriendelijke bediening vormt het centrum van het resort. Op het terrein staat een winkeltje. Men heeft alles zo ingericht dat de toerist zo goed mogelijk op alle fronten aan zijn trekken kan komen. Alleen er lopen helemaal geen toeristen rond. Het is hier compleet uitgestorven. Geen klantjes uit Havana. Geen prototypes dikke Duitsers. Jaar in jaar uit nada niks. Toch krijg ik nog wel een paar eieren en wat drinken. De onverschilligheid hier in het niets. Je ziet aan de gezichten dat men werkelijk verlangt naar iets.

Ruben en ik blijven een beetje voor het restaurant op het strand hangen. De rest gaat proberen ergens boodschappen te krijgen.
De serveerster begint tegen mij dat ik mooie ogen heb. Ik ben geen toeristisch geldobject. Ze meent het oprecht. Ik laat haar een foto van Bente mijn dochter zien om haar af te poeieren.

Buiten het restaurant stopt een oude Chevrolet met deuken. Er stappen twee mannen in uniform uit.
Achter het stuur een jongen in een besmeurde overall. De dikste van het geïnformeerde stel begint tegen mij een tirade in het Spaans af te steken. De geconfiskeerde 'garagejongen' en de andere agent staan er een beetje stuurs naast.
'Where is your Captain?', buldert hij in de enige woorden Engels die hij kent.
Ik wijs wat onverschillig naar de zee. Ergens in de verte scheurt Mark met de bijboot over het water. Het bevalt de bolle meneer allerminst.
Even later stopt er een oude witte Lada met een veel te groot blauw zwaailicht. Nog meer uniformen stappen uit. Ik tel 1 sterren, 2 sterren. Het wemelt opeens van de sterren om ons heen. Grenspolitie, douane en regiopolitie zijn er in wat er tijdelijk te vorderen was aan auto's uitgerukt. Inmiddels komt Harmke met beide Jeroennen aangelopen. Mark vaart de bijboot het strand op.
Het word duidelijk dat we illegaal aan land zijn gegaan. In Cuba mag je met een jacht bepaalde toegewezen plekken alleen aan doen waar een douane mannetje is gestationeerd.
We zijn in overtreding. Volgens de dikke meneer krijgen we een proces verbaal.
Er volgt een lang ambtelijk geneuzel met scheepspapieren, paspoorten, verklaringen afleggen en getelefoneer. De hoogste baas in 3 sterren uniform word ingereden. Niemand durft een beslissing te nemen. Elke stap word opgeschreven. Per opvarende word een proces verbaal opgemaakt. Zes keer met de hand geschreven.
We mogen wel naar de boot om eten op te halen. Terwijl het donker word komt Mark met een fantastische vismaaltijd aangezet. Ruben ondergaat in zijn pinguinpak een soort van kruisverhoor. Ondertussen drinken wij voor het restaurant gewoon gezellig onze eigen biertjes.
Jeroen probeert het legertje agenten nog te paaien met een drankje. Het valt niet in goede aarde.
Het hele circus duurt uren. De serveerster wil de tent dichtgooien. De politie heeft ook deze tijdelijk onteigend. Het restaurant als schrijflokaal.
Na de schrijverij gepaard gaande met nog wat getelefoneer en een  betoog van de 3 sterren meneer horen we dat we mogen gaan. We hoeven niets te betalen.Jammen met mannetjes in La Gorda Cuba

San Antonio, Drijfzand, Bob de leguaan

San Antonio
Drijfzand
Kiten tussen de gieren
Bob de leguaan
8 kreeften







In het vooronder liggend in mijn kooi rol ik mee met de bewegingen die Zigzag maakt op de lange golven van de Swell. We deinen pal voor de wind. Het jacht slaat alle kanten op. Ik ben helemaal ingeslingerd en geniet al lezend van het speelse geklots tegen de boeg.
Vanochtend zijn we heel vroeg vertrokken. Op weg naar Cabo San Antonio het uiterste westelijk puntje van Cuba.
Door het gerol voor de wind worden twee van ons lichtelijk zeeziek. Het blijft een fascinerend fenomeen wanneer je er nou wel gevoelig voor bent of niet.

'Wil je mij naar de overkant dragen?', vraagt Harmke aan Ruben. We staan aan de rand van een natuurlijk strand bij het inmiddels bezeilde Antonio. Mark heeft het idee opgevat om leguanen te spotten. Om op het witte harde zand te komen moet er wel een stukje door het water gelopen worden.
Ruben stapt met blote voeten in de glasheldere brakke kreek. Harmke hangt om zijn hals met haar voeten rond zijn middel geslagen.
'Ik zit vast!', roept hij opeens.
Met zijn lange gespierde benen probeert hij zich uit de modder te wurmen.  Elke beweging die hij maakt werkt averechts. Met slurpende geluiden zakt hij verder weg.
'Drijfzand!', klinkt het vanaf de kant.
'Mijn mobiel!
 'Harmke gooi je tas op de kant'
'Liggen! Ga liggen!' roept Mark
Bij drijfzand kun je beter niet bewegen. Het beste is om je lang te maken zodat je niet verder wegzakt in de modder.
'Bah dat stinkt naar darmkanaal. Ik wist niet dat jullie zo kunnen ruiken'. Zijn karakteristieke onvervalste Haagsch Rijswijkse tongval rolt naar buiten. Een lachsalvo volgt vanaf de kant.
'Iehhhh',krijst Harmke. Ze hangt nu zelf met beide benen in de met bladeren bedekte bruine drab.

Haar zomerrokje glijd door de beweging ongewenst boven haar dijen. Het geheel vormt een bijna obsceen aanzien. Een Ruben die onbedoeld slurpende geluiden veroorzaakt. Een kledingstuk van Harmke boven haar middel. Het dreigt even op een pikante scène uit een Russ Meijer film te lijken. We gieren het uit.
Door Harmke van zijn rug los te maken weet Ruben op de een of andere manier het harde zand te bereiken. Ze kruipt er ontdaan maar lachend achteraan.
Mark waagt zich ook door de kreek. Hij komt zonder weg te zakken aan de overkant. Beide Jeroennen en ik besluiten om over een verharde weg een stukje het moeras in te lopen.
Het gonst van de insecten rond ons hoofd. Grote vlinders in werkelijk alle kleuren zwabberen om ons heen. Libellen van zo'n vijf cm groot ratelen als helicopters. Boven ons draaien talrijke gieren een rondje. Een aantal van die vogels zijn werkelijk kolossaal te noemen.
Enorme termietennesten hangen her en der in lage bomen. Dit is het desolate einde van de wereld voor de Cubanen.
De plek waar we zijn aangeland bestaat uit een betonnen pier. Men heeft temidden van de mangrove wat huisjes gebouwd. Het wemelt hier van de mannetjes die elke week als bij een booreiland worden afgewisseld.
Ze wachten op dat enkele jacht wat hier de westkaap aanloopt. Eigenlijk wacht men op niets. Soms een sporadisch iets. Er is een winkeltje en een restaurant. Daarnaast een douanekantoortje. Twaalf mannetjes wachtend berustend in hun lot. Er ligt een vissersbootje dat nagenoeg nooit uit vaart. Het word gebruikt als drijvend tv hoekje en uitkijk.
Jeroen en Harmke gaan vis halen met de bijboot. Ik nestel mij op het terras voor een van de huisjes. Ruben gaat Kiten tussen de gieren.  Het lijkt wel of die vogels een soortgenoot zien in de vlieger. Ze blijven gewoon ongestoord als zweefvliegtuigen cirkelen rond het witte strand.
De wind is niet hard genoeg. Al snel geeft hij het op. Bij de douane beambten vallen werkelijk de schellen uit hun ogen. Zoiets heeft men nog nooit gezien.
'Leguana!', roept een mannetje en wijst naar de pier.
Een vierpotig schubberig geval met een lange staart komt zeer gemoedelijk even kijken of er wat te beleven is. Het staart ons met een 'What the fuck you want' blik aan.
Toch laat hij zich gemoedelijk fotograferen. Blijkbaar bezit Bob een soort van toeristengeilheid.
Bob de leguaan showed zijn ultieme mannelijkheid aan Ruben die hem probeert te paaien. Het testosteron van de uit de klauwen gegroeide hagedis zet een verdedigingschild in werking.'I'm Bob. For you mr Bob dickhead'

Vol trots komt Jeroen B met een zak reusachtige kreeften aangezet.
Hij en Harmke hebben er meer dan twee uur over gedaan om naar een paar vissers toe te varen.
Men wou aanvankelijk absoluut geen vis verkopen. Alles wat uit zee komt behoort immers toe aan de staat.
De vissers wilden wel gratis een zak meegeven volgens Jeroen. Hij heeft ze samen met Harmke bijna gedwongen om geld aan te nemen.
Dit stiekum en achteraf tussen twee boten. Alsof er drugs word. gekocht
Een van hun laat geheimzinnig weten dat ze woensdag nog een nieuwe vangst hebben.
Op verzoek van Mark maakt de kok van het restaurant ze klaar. Een ongekende culinaire luxe valt ons ten deel. We eten ons eigen eten op in een etablissement van het land. Het personeel vind het allemaal prima.
Totaal verzadigd val ik slaap.

maandag 10 februari 2014

Meer Havana, oorlogsschepen, baaien en bezinning

Ontmoeting met muzikanten
La Zorra
Op weg naar ankerbaai
Oorlogsschepen en een spelende dolfijn
Baya Honda
Mannetje te water?
Herdenking







Ik kijk door het dakraam en zie iemand een jurkje ophangen. Een
moment later volgt de stem van een vrouw of wij allemaal koffie willen. Nog wakker wordend besef ik dat Harmke de vriendin van Mark inmiddels uit Amsterdam is gearriveerd.
Vijf mannen en een vrouw zullen de aankomende twee weken op dit scheepje gaan doorbrengen.
In de avond spreek ik af met Amilcar.     Hij heeft enige tijd in Amsterdam gewoond en is van oorsprong bassist. Tegenwoordig werkt hij voor de Cubaanse omroep. Een ideale gids die mij graag tips geeft waar de echte muzikanten zich in Havana begeven. We hebben een goede klik. Bovendien blijkt hij wel heel veel Cubaanse en Nederlandse musici te kennen. Hij is bevriend met zangeres, instrumentaliste Juliette van de groep Los Papines. Deze band heeft een paar pakkende tracks opgenomen met de Nederlandse groep New Cool Collective. Ik heb jaren hun muziekmanagement verzorgd en was daardoor betrokken bij de opzet van dit project. De verhalen die bij onze ontmoeting naar boven borrelen doen dit stukje weer herbeleven.
Amilcar neemt mij mee naar een café  ergens in een achteraf straatje. Het blijkt een trendy kunstenaarsgebeuren te zijn. Mooi sfeervol ingericht volgens de tijdsgeest van nu.
Ik zie direct het verschil tussen de etablissementen in eigendom van de staat en het gedogen vrije ondernemerschap. Het personeel voert hier geen toeristisch theaterstukje op. Men toont zich werkelijk geïnteresseerd in het individu. De eigenaar zelf ooit kunstenaar verteld mij dat ondernemen in Cuba aan vele regeltjes gebonden is. Het is een kwestie van tijd dat dit gaat veranderen.
Na een innig afscheid met Amilcar beland ik in Club La Zorra. Ondanks het gegeven dat alle winst ook hier door de staat word afgeroomd is de sfeer hier klein, gezellig en intiem.
Het podium gesitueerd in het westelijk deel van Havana bied een uitstekend programma. Vanavond blijkt Cis'ci de getalenteerde drumster van gisteren met haar eigen bandje te spelen. Een bezetting van draaitafels, drums, bas, fluit en trompet. De muziek is hier meer ingetogen Cubaanse jazz. Elk nummer flirt met een andere stijl van muziek. Men zoekt constant naar nieuwe invalshoeken binnen de Souljazz en Caribische ritmes. Jonge zeer getalenteerde musici zijn hier hard aan het werk op het podium. Wereldsterren in wording. Ik krijg een primeur.
In een hoek van de club zit een lange potige jongen half slapend tegen een muur aangeleund. Op zijn schoot ligt een koffertje. Ergens halverwege de set word hij wakker gemaakt door de trompettist van de band.
Uit het koffertje blijkt nog een trompet te komen. De jongen sloft naar het podium en zet het instrument behoedzaam aan zijn lippen. De begeleidende ritmesectie pompt de strakke grooves bijna letterlijk in zijn achterwerk. Het antwoord is een bijna niet te evenaren 'getimede' solo. Onnavolgbaar wat dit jonge talent uit zijn trompet tovert.
Na een daverend applaus nestelt hij zich op dezelfde stoel om vervolgens weer in te doezelen.
Als het optreden is afgelopen raak ik in gesprek met enkele bandleden. Opmerkelijk om te mogen vernemen in hoeverre men de dezelfde positieve attitude bezit als de Europese musici.
Ik rij naar huis met een Yellow Cab. De chauffeur verteld vol lof over zijn nieuwe baan met zijn 'nieuwe' auto van Chinese komaf. Vijf minuten later staan we langs de kant van de weg. Ik loop het laatste stuk naar huis.

In de vroege ochtend schrik ik wakker. De motor ronkt gestaag. Mark manoeuvreert Zigzag naar het douane kantoortje van de Marina. Met dezelfde ambtelijke bombarie krijgen we toestemming om verder te varen. Ruben is de was vergeten. Druipend komt hij terug met de mededeling dat hij deze zwemmend heeft mogen ophalen.
Na mijn relaas over gisteren vertellen de jongens lacherig dat ze in het centrum zijn belaagd door 'Chicas'. Vrouwen die een geheel andere vorm van kunstbeleving erop na houden.

We gaan op weg naar Baya Honda,  een ankerplaats naar het westen.
De boot ligt op een oor. Ze glijd met volle zeilen door het sprankelende blauwe oceaanwater.
We passeren een spelende dolfijn. Het dier is zo te zien goed in haar element. Haar vin draait gestaag rondjes. Ze wil duidelijk niet opgemerkt worden. Met ongetemde bewegingen blijft ze ongestoord verder gaan.

Op het water drijven zo nu en dan  'oorlogsschepen' langs. Het zijn kwallen die de Caribische zeeën af zeilen op weg naar voedselrijk gebied. Bovenop bezitten ze een soort van klein vleugeltje om mee te kunnen zeilen. Het lijken onschuldige kleine witte glazige eilandjes. Onderwater hangen bij sommigen de giftige slierten soms wel tot wel 2,5 meter diep in het water. Daar zal ik toch niet per ongeluk tegenaan willen zwemmen brrrrrrr...

Tegen de avond varen we langs een scheepskerkhof onze beoogde ankerplaats binnen.
Baya Honda bied een klein beetje een Nederlands aanzien.
Harmke en Jeroen springen te water Ze willen bij een boerderijtje om eieren vragen. Ik volg gestaag. Het water oogt wat troebel maar is zalig heerlijk warm.

Er nadert een vissersbootje met aan boord twee uniformen die het duidelijk geconfiskeerd hebben. Schijnbaar is de plaatselijke politie niet in het bezit van een eigen varend object. De tijdelijk onteigende visser word duidelijk gebruikt als stuurman. Ik reik een van de mannen een hand aan om aan boord te komen. Hij heeft het zichtbaar benauwd op het slingerende bootje maar probeert standvastig in zijn rol te blijven. Eenmaal staand dondert de man bijna te water.
Na zijn ternauwernood voorkomen onvoorziene waterrijke escapade schrijft de agent zijn bevindingen op in een notitieboekje.
Met een klap van zijn stempel op de scheepspapieren vind hij het genoeg en verdwijnt met de visser. De andere agent heeft zich, katterig geworden door het geslinger van het bootje al eerder naar de kant laten varen.

Voordat ik er erg in heb valt de duisternis in. In tegenstelling tot de hectiek van de stad heerst hier de ultieme rust. Een prachtig deel van het universum bereikt ons in de vorm van een ongekend grote sterrenhemel. Zelfs de maan, in het 1e kwartier verlicht alles om ons heen als een natuurlijke felle witte ledlamp.

De aankomende dagen gaan we echt mijlen maken. We willen om het westelijk deel van Cuba heen gaan varen. De bedoeling is om de eilanden en lagunes in het zuiden aan te doen. Het word duidelijk dat Belize en Guatemala voor mijn planning lastig gaat worden. De te varen afstanden zijn ronduit groot hier. Mark, Ruben en Jeroen hebben vijf weken. Ik en de rest hebben er'slechts' drie.
Zeilen is ondergaan wat de wind en omstandigheden je te bieden hebben. Je zal je daar altijd aan moeten conformeren.
Naar mate de vaardagen toenemen komen we helemaal in het ritme van de oceaan. We raken steeds meer op ons zelf aangewezen.
Bijna geheel buiten bereik van internet en telefonie kan er nog slechts een sms uitgeperst worden.
Mark bakt zelf fantastische broden. Hij als schipper laat zien dat primair leven op zich een prachtige uitdaging kan zijn. Hij heeft gezorgd dat we, mocht het noodzakelijk zijn, zelfs twee weken zonder eten in te moeten slaan kunnen doorvaren. Je neemt het zoals het op je pad komt.
We varen inmiddels het Canal Santa Lucia binnen. Een mangrove achtig moerasgebied. Als het anker valt zwemmen we bij maanlicht rond de boot.
Ik speel op vijf snaren gitaar. Geen hoge E meer in voorraad. Het lukt me nog ook erop te musiceren en songs uit het barrel te persen.

Ik herdenk in stilte dat het bijna precies een jaar geleden is dat 1 van mijn betere bijzondere vrienden Peter plotseling geheel onverwacht het leven liet. Juist in een periode dat hij gelukkiger was dan ooit door zijn tweejarige zoon en prachtige vriendin.
De reis die ik maak met dit gezelschap is voor mij een vorm van bezinning. Ik besef mij dat de overeenkomst tussen zeilen, een verloren liefde en drie vrienden verliezen dicht bij elkaar ligt. De natuur of het universum bepaald uiteindelijk je lot. Het is geheel aan jezelf om het op je eigen manier een nieuwe koers of positieve draai te geven.

Ik zing voor het eerst 'Everything trying' van Damien Durado voor iedereen. Het liedje afkomstig uit de soundtrack van de film 'La grande Belezza' legt een link tussen zeilen en iemand die een knieval maakt naar zijn lief. De tekst vormt voor mij een duidelijke verwijzing naar een voor mij zeer bijzonder mooie leuke intelligente speciale vrouw met twee hele bijzondere kinderen. Van haar heb ik iets mee gekregen wat ik zal blijven koesteren. Deze in mijn ogen grote liefde uit Utrecht toonde tot verdriet haar keerzijde.

Een paar jaar geleden beloofde ik mijzelf nooit meer mijn kop te stoten in de liefde. Onder de sterrenhemel besef ik mij nu dat iets aangaan met iemand altijd domweg spiegelglad ijs zal blijven. Dat je dat elke keer opnieuw moet leren ervaren. Een onbereden weg van vallen en opstaan. Het voor je kop stoten vormt hierbij een onvermijdelijk iets. Het is een onderdeel van het geheel wat 'je eigen levenscyclus' heet.

Door mijn muzikale leven heb ik veel mensen mogen leren kennen. Het mooie is dat ik veel vrienden en vriendinnen heb. De keerzijde is dat verlies zwaar kan vallen als je veel mensen binnen een half jaar kwijt raakt.

Ik heb nu de tijd genomen om hier wat langer bij stil te staan. Het is goed. Bovendien onvermijdelijk.
M uit Istanbul. Een bijzondere man die een bruisend podium daar heeft opgezet. Heb hem ooit ontmoet voor een werkreis in Budapest. We hadden gelijk een klik.
Iemand met het hart op de juiste plek. Ongekend veel humor. Een wijs individu die zich een echte vriend heeft getoond.
Helaas werd hij ziek en ging het heel hard afgelopen december.

Mijn oude muzikale vriend M. Ik had hem al moeten loslaten ivm zijn verslaving. Opeens na jaren stond hij afgelopen november voor mijn huis. Het ging niet echt geweldig. Ik heb hem naar de EHBO gebracht. De dag daarop vernam ik dat hij dood was.

Nu denk ik ook aan vriendin A. Behoorlijk bekend in de muziekscene. Kort voor vertrek hoorde ze dat er een ernstige vorm van longkanker was geconstateerd.
De optelsom van incidenten is een beetje veel geworden. Ik denk en herdenk. Varen in een andere wereld geeft hier de juiste move aan.

donderdag 6 februari 2014

Dikke mannen, Havana en Interactivo



Van koers af
Ochtend bij Key West
Een eiland van mist
Naakte dikke mannen
Eeuwige zomer
Pelikanen
Charlie de vliegende vis
Cuba
Interactivo Interactivo








Ik word wakker getikt door Ruben voor de laatste wacht.
In het kleine vooronder lig ik met mijn zeilpak te worstelen. Het lijkt erop dat hij geen fut meer heeft om even op mij te wachten. Ik zie een soort van eend. Althans er ligt een jongen in een pinguinpak op het voordek te slapen. Surrealisme op een jacht.
'Ruben je moet wel even een koers noemen man voor je gaat slapen', fluister ik in zijn oor.
'Ehmmm weet nie... Pfft iets van 230', mompelt hij.
Onzeker ga ik in de kuip zitten en zie opeens land aan aan bakboord.
Ik hol terug naar het voordek.
'Ruben, land man! Waarom vertel je dat niet, eend!'
Hij kijkt mij verbaast slaperig aan en lacht, 'Dat is mist man!'
Ik wrijf nog wat in mijn ogen. De wolken en optrekkende mistpartij in de schemer lijken op land maar zijn het niet. 'Stomme koe Kruger', mompel ik in mijzelf.
Turend naar het kompas zie ik dat deze een hele andere koers vermeld dan wat Ruben mij net vertelde.
Boos op mijzelf geef ik een ruk aan de helmstok. Op dat moment staat Mark op het trapje van de kajuit en zegt bars  'Waarom stuur je niet 230?'
Verbaasd antwoord ik, 'Ik ben aan het corrigeren.'
'Hoe lang al van koers af?',vraagt Mark
'5 minuten', luid mijn antwoord.
'Mmmmm opletten man'
Met het schaamrood op mijn kaken stuur ik de boot weer in de goede richting.

Een knalgele streperige ochtendhemel kondigt een streepje land aan.
De jachthaven van Key West blijkt een circus van nog meer glimmend wit plastic te zijn. Dit keer nog groter dan de al exorbitante racers op het binnenwater. In dit contrast zie ik oude hippies en zwervers tussen de hordes toeristen afkomstig van cruiseschepen zitten. We bevinden ons duidelijk in een uithoek van de Carieb. Het is zinderend tropisch warm. Pelikanen wachten keurig op een rij op het dak van het schildpaddenmuseum om een restje toegeworpen visafval te kunnen bemachtigen. Grote exotische vissoorten waarvan ik geen weet heb zwemmen in het heldere water van de haven rond.
Zoveel mogelijk consumeren danwel spenderen is hier het motto. 'No money? We don't need you dear.'

Als de avond valt belanden we in een tent met de naam Sloppy Joe. Op het podium staat een trio bestaande uit drie overjarige hele dikke kale meneren met grote bakkebaarden. Het bandje is behoorlijk muzikaal maar speelt louter covers uit de eighties en nineties. De drummer zit in een soort van kooi van plexiglas. Ik zit te wachten op een moment dat de keukendeur openzwaait en de kok nog een restje eendenbout danwel iets andersoortig vlees naar binnen werpt. Het is een woeste man achter het slagwerk. Zo te zien klaar om te happen in de billen van een nietsvermoedende passant. Gelukkig zit hij 'vastgeketend' achter bassdrum, snare, hihat en glas.
Helemaal hilarisch word het in een club op een dakterras. 'Garden of Eden' bestaat uit mannen die een behoorlijke gelijkenis vertonen met dat eerder beschreven rockbandje. Alleen hier de nuancering dat ze allemaal spiernaakt op de dansvloer met hun jongeheer staan te wapperen. Het word tijd om te gaan.
Toch bied Key West zeker mooie dingen. Het is echt het uiterste puntje van het zuiden van de States. Bovendien staan er prachtige mondaine huizen. De odes aan Hemingway zijn smakelijk. Een badplaats met vele gezichten. Zowel de hippies als de locals zijn karakteristiek. Hier heerst de eeuwige zomer.

Wind! Een goede 22 knoop. Oftewel bijna windkracht 5. Met de vaart van een flinke kuitige oma op een huurfiets door Drenthe klokken we soms 10 knopen op de teller. We surfen bijna van de oceaangolven af. Hier loopt de Swell op tot bijna 3 meter. Heerlijk om te voelen hoe Zigzag langzaam wordt opgetild en weer neergezet. Dit is de eerste dag dat wij werkelijk zeilen.
Het water kleurt hemelsblauw. Witte schuimkoppen op de golven slaan speels tegen het jacht op. Dit is echt genieten in optica forma.

Mark waarschuwt mij dat het kajuitdak lekt in hef vooronder. Laat ik daar nou net mijn bed hebben. Ik probeer mijn uitstalling van slaapzak en kleding in de netten te stouwen.  Een licht gevoel van katterigheid borrelt in mij op. Opmerkelijk want ik ben immers zelf in het bezit van een houten zeiljachtje in Nederland en eigenlijk nooit zeeziek geweest. Ik merk dat ik stilval. Mijn interesse in mijn omgeving neemt gestaag af. De eerste symptomen dienen zich aan.
Als de zon op Caribische wijze in de zee zakt komt Mark met een geweldig eigengereid gerecht van biefstukreepjes met aardappelen de kuip in. Ik heb totaal geen trek maar weet gewoon dat je moet blijven dooreten en drinken. Het heerlijke goedje wegslikken met cola doet even wonderen.
Een beetje dromerig staar ik de invallende nacht in beseffend dat dit van tijdelijke aard is.

Baf! Klepper, klepper! Iets glibberig en snotterig word mij met grof geweld midden in het gezicht geworpen.
Geschrokken en boos kijk ik de kajuit in. Wat is dit voor een flauwe grap?
 'Een vliegende vis !', roept de ene Jeroen voor mij.
Ik zie een spartelend eenogig beest over mij heen kronkelen. Het kijkt mij angstig aan.
'Weggooien. De zee in', roept Mark.
'Ohh wat stinkt die!'
Voordat ik het doorheb is het snotterig stuk vliegdier alweer terug in zee.
'Charlie vind het gezellig bij ons', mompel ik. Ik heb het gelijk maar een naam gegeven.

De wind trekt wat aan. Mark besluit een rif te leggen. Een der Jeroenen staat bij de mast te werken. Ik bedien op aanwijzing de schoot,
Ruben zit achter de helmstok.
'Ruben..koers houden!', klinkt het door de wind heen.
'Ruben!'
'Godverdegodver!'
Onder luid gevloek van Mark slaat de giek opeens met een zwaai naar de andere kant. Zigzag rolt opeens vervaarlijk.
'Ruben naar je toe trekken dat hout... Nu!'
Ik merk dat we een rondje draaien op het donkere water. Het zeil slaat met een vervaarlijke knal in het want.
'Nee niet dit!', schreeuwt Mark

Met het zweet op zijn voorhoofd is Jeroen met Mark in gevecht met het heftig klapperende grootzeil.
Toch krijgen ze het voor elkaar om het witte doek uit de staaldraden te trekken.
'Waarom let je niet op Ruben?', zegt Mark als de rust terug is gekeerd
'Je zat voor het kompas', luid het antwoord,
'Zeg dat dan! Aan het roer ben jij de baas om de boel op koers te houden', zegt Mark nu met kalme stem.

Ik neem het op verzoek over van Ruben. Aan mij valt de eer om Zigzag verder de nacht in te zeilen. Iedereen zoekt z'n plekje en gaat slapen. Jeroen heeft zich op een van de banken in de kajuit genesteld.
Na verloop van tijd merk ik dat de sterren zijn verdwenen. De wind trekt meer aan. Plotseling slaat er een muur van tropische regen in mijn gezicht.
Uit een soort van slaappaniek ontwakend stormt Jeroen op mij af en begint aan het helmhout te trekken. Ik weet van verbazing even niets te zeggen. We liggen echt wel op koers.
Mark komt boven en dat doet Jeroen uit zijn onverwachte handelen ontwaken.
Ik rol naar beneden. Mompel nog iets over nat worden en regen. Dan deponeer ik met een kracht van buitenproportionele aard het diner van Mark langs orale weg in het scheepstoilet.
Pfft wat lucht dat op.

We varen snel door de aangewakkerde wind. Zo snel zelfs dat we een paar uur eerder op een vlakke inmiddels rustige zee Cuba aanlopen.
Als we bij de Port Control aanmeren komt er een man in witte broek aan boord. Het blijkt een arts te zijn die vraagt of we nog enge ziektes hebben opgelopen. We houden ons in om niet te lachen. Even later komt er uit een verweerde barak een mannetje in uniform aangesjokt.
Een uniform met een tasje onder zijn arm stapt later aan boord. Men begint een lange lijst van papieren rituelen af te werken. Met carbonnetjes, schrijfblokken gevolgd door stempels gaan we door een onbegrijpelijke ambtelijke procedure heen. Ik krijg de indruk dat ze zelf niet beseffen wat ze nou invullen. We geven ze speelkaarten kado,
Opeens staan er mannetjes op de kade en zitten er mannetjes in de boot. De havenmeester blijkt vier hulpjes te hebben om een lijntje aan te pakken. In Cuba heerst geen werkeloosheid. Overal zijn mannetjes voor.
Eenmaal aangemeerd in de jachthaven komt de keuringsdienst van waren langs. Er zit wel een vrouwtje tussen. Op de kade staan weer twee mannetjes van de beveiliging. Welcome in Cuba.

Als er een land is waar recycling en duurzaamheid duidelijk zichtbaar is dan is het Cuba wel. Grote oude Fords uit de jaren vijftig weet men op inventieve wijze draaiende te houden. Alles rammelt en bladdert aan alle kanten. Wat een contrast met de Amerikanen uit Key West.
Tijdens het douchen valt de douchekop letterlijk op mijn hoofd. Alles is werkelijk half afgemaakt. Laat staan half gerepareerd. We rijden naar de stad in een stokoude Chevrolet waarvan alle deuren er net niet uit sodemieteren. Overal weer mannetjes. Mannetjes om te bekeuren maar ook om te controleren of de bekeuring wel is uitgeschreven. Mannetjes die een rioolpijp deels repareren. Of laten we zeggen vooral niet repareren om te kunnen zeggen dat het nog steeds gerepareerd moet worden.  Mannetjes die je meedelen dat geld opnemen zonder paspoort niet mogelijk is.

Ik krijg via Facebook een paar interessante livemuziek tips van Eli, een collega uit mijn werkveld binnen.
We belanden in een oud Oostblok achtig theater waar duidelijk de Russen qua design nog een stempel hebben gedrukt. Het geheel
is zoveel mogelijk kaal en onpraktisch ingericht.
De band Interactivo Interactivo ontaard in een dampende extase. Een mengeling van Cubaanse ritmes, jazz, Son, funk, soul en hiphop.  Het publiek is jong en laat zich extatisch meevoeren door de band. De motor van het 8 mans orkest word gestuurd door een piepjonge Cubaanse drumster die iets weg heeft van Cindy Blackman. Wat een talent! Cindy kan werkelijk wel inpakken. Het grooved, het schuurt, het teased, het danst.
Vier prachtige zangeressen wulps draaiend met onderlichaam en heupen knallen werkelijk met hun stemmen de zaal in. Ze blijken later tevens geweldige multi instrumentalisten te zijn. De een speelt werkelijk fantastisch dwarsfluit. De ander zeer stuwend bas. Steeds komen er anderen op het podium en wisselen elkaar af.
Het vormt een groot orgastisch muzikaal bruisend geheel.

Ik en beide Jeroenen rijden niet dronken van de drank maar dronken van de muziek naar huis,
Havana is werkelijk muzikaal hot!